Visserijsprokkels Ronald Nannings
Op het moment dat ik dit schrijf valt de eerste sneeuw in Nederland en heeft het zowaar ook nog gevroren. Voor diegenen die een frisse neus willen halen is dit natuurlijk weer mooi, maar voor de visserij is zo’n weersomslag natuurlijk funest. Waar je tot voor kort nog op ondiep water vis kon vangen, daar is het nu wel einde oefening. Afgelopen weken zijn er niet zoveel wedstrijden georganiseerd. Ik heb zo nu en dan een hengeltje uitgegooid om even te kijken of het wat was. Twee weken terug visten Sjaak Laan en ik nog een koppelwedstrijd aan het van Harinxmakanaal.
De week ervoor viste ik nog een onderling wedstrijdje, waar ik alleen maar baarzen aan de schubben wist te komen. Dat was een wedstrijd waar we niet meededen voor de prijzen, maar ik heb mij wel kunnen vermaken. De wedstrijd aan het van Harinxmakanaal is in feite een van de laatste koppelwedstrijden van het jaar. Jaren geleden viste ik deze nog wel eens met een andere koppelmaat, die kennelijk zijn wedstrijdhengels aan de wilgen heeft gehangen. De laatste jaren vis ik steevast met Sjaak.
De organisatie van HSV Leeuwarden steekt prima in elkaar. Een heuse wegbewijzering was aangebracht zodat niemand kon verdwalen. Zelfs EHBO-mensen waren ingeschakeld om de wedstrijd in goed banen te leiden. Inmiddels maakt organisator Hans Vijgeboom ook deel uit van het COW van Sportvisserij Nederland. Ik hoop dat de komende jaren zijn invloed een gunstig effect zal hebben op het organiseren van SVN-wedstrijden. Kortom, Hans weet hoe hij wedstrijden kan organiseren en dit in goede banen kan leiden.
Ik pakte tijdens de loting nummer 4 en dat was midden in het vak. Volgens insiders zou dat een superstek moeten zijn. Echter, toen we keken naar de historische uitslagen op dit nummer, was daar nooit een winnaar uit gekomen. Op het nummer was er zelfs geen 2e, 3e, of 4e prijs gewonnen. We gooiden het maar op psychologische oorlogsvoering. Eenmaal aan de waterkant bouwden we onze hengelspullen rustig op. Ik zou met de feeder het kanaal onveilig gaan maken en besloot op een afstand van 30 meter te gaan vissen. Sjaak zou met de vaste hengel aan de slag gaan en zou twee stekken maken, kort en lang.
Het fluitsignaal klonk en we gingen er eens goed voor zitten. Sjaak ving in het eerste kwartier kort al gelijk 4 redelijke vissen en dus dachten we dat dit een mooie dag zou gaan worden. Zo snel als de vissen er waren, zo snel waren ze weer vertrokken. Met de feeder was het helemaal droefenis, de eerste beet kwam pas na anderhalf uur. Een klein baarsje werd verschalkt. Onze buren op links leken ook niet zo veel vis te vangen. De buren rechts vingen zo nu en dan een visje. We besloten beiden over te gaan schakelen op de vaste stok, omdat Sjaak in het derde uur steeds meer beet begon te krijgen.
Ik kon kort vissen tegen het talud en Sjaak visje dus op de lange lengte. De visjes die ik op de korte lijn kon vangen konden zo het postzegelboek in, zo klein waren ze. Sjaak kon echter steeds dikkere vis op de stek krijgen en bouwde zodoende nog een gewicht op. Ik besloot maar weer met de feeder te gaan vissen en uit het niets ving ik een paar blieken. Ik gooide flink wat wormen door het voer en dacht dat het wel goed zou komen. Echter, dat was niet een hele goede keuze, want de vis had er helemaal geen zin meer in.
Het eindsignaal klonk en de weegploeg kwam langs. De teller stopte voor ons bij ruim 6,5 kilo. Uiteindelijk werden we 5e in het vak en konden we weer met een volle boodschappentas naar huis. Afgelopen week heb ik nog kunnen vissen in ’t Zand, de visserij is daar behoorlijk anders als bij Landsmeer en Purmerend. Er worden daar meer voorns gevangen en het wil er soms stevig stromen. Deze dag valt de stroming nog wel mee en weet ik een mooi slag voorns te vangen. Na 3 uur vissen vind ik het wel welletjes en ga ik voor de erwtensoep in de plaatselijke cafetaria.
De week erna had ik besloten om bij Koedijk te gaan vissen. Helaas was de eerste losse club havenwedstrijd in Medemblik afgelast vanwege te weinig deelnemers. De koude was ingevallen en dat was goed te merken. De eerste beet kwam van een krab, die ik met moeite er af wist te halen. Toen Jaap Schol polshoogte kwam nemen ving ik nog een mooie brasem. Even daarna gevolgd door een nóg dikker exemplaar. De beet wilde er maar niet in komen. Daarna begint het echt goed te stromen en hield ik het weer voor gezien.
Tot hoorns of aan de waterkant.
Ronald Nannings.
Terug
22-11-2022